Hi, ik ben Jeroen. Stel gerust je vraag via een mail of bel mij op 06-16125132

Hi, ik ben Harmen. Stel gerust je vraag via een mail of bel mij op 06-16012663

Hi, ik ben Charlotte. Stel gerust je vraag via een mail of bel mij op 06-20338832

Hi, ik ben Chava. Stel gerust je vraag via een mail of bel mij op 06-16134099

Schakel ons in

Impact windmolenparken op vogels en vleermuizen

Impact windmolenparken op vogels en vleermuizen

Om de effecten van een windmolenpark op de natuur te monitoren voert Teia samen met ecologisch adviesbureau Altenburg & Wymenga (A&W) een onderzoek uit naar aanvaringsslachtoffers.

Methodiek aanvaringsslachtoffers

Christiaan Hoogendoorn en Valentijn van Benthem, beiden werkzaam bij Teia en Dirk Oosteholt (A&W) lopen periodiek en steekproefsgewijs rond de windmolens en noteren het aantal dode vogels en vleermuizen. Daarbij wordt een gebied van ongeveer 1 tot 2 ha rond de molen afgezocht. “Het determineren van vergane dieren, zoals veertjes, is een belangrijk onderdeel van het werk” zegt Christiaan.

 

Elke gevonden vogel of vleermuis wordt geanalyseerd om te bepalen of het slachtoffer is van een windmolen of predatie. “Er zijn overduidelijke exemplaren te vinden, zoals dieren die recht door midden zijn gehakt. Maar we merken ook losse veren in het veld op en maken daar een notitie van.” zegt Valentijn. Voor elke vondst wordt bepaald in welke mate het zeker is dat het dier door een windmolen is omgekomen in de gradatie; ‘zeker’ ‘misschien’ of ‘waarschijnlijk’.  Om de juiste methodiek toe te passen werd voorafgaand aan het onderzoek een training gegeven door medewerkers van A&W.

Bevindingen windmolenparken

De onderzoekers merken op dat het aantal gevonden slachtoffers over het algemeen meevalt in vergelijking met wat zij zelf verwachtten. Valentijn legt uit:  “In plaats van een stapel dode dieren per windmolen per week, worden er vaak slechts één of twee dieren per week gevonden.” Dat is alleen maar goed natuurlijk, want ieder slachtoffer is er al één teveel!

 

Seizoenen

De monitoring worden het hele jaar door uitgevoerd, ongeacht de weersomstandigheden. Dit betekent dat de onderzoekers ook in de winter, regen en harde wind werken. Enkel bij vrieskou of wanneer het de nacht ervoor gevroren heeft worden de onderzoeken vanwege veiligheidsredenen afgelast. Er kan namelijk ijsvorming ontstaan op de wieken, waardoor het risico ontstaat dat grote brokken ijs naar beneden komen.

Impact op vogels en vleermuizen

De verzamelde data wordt ingevoerd in een app, die een overzicht geeft van de slachtoffers per windmolen. Deze gegevens worden geanalyseerd om patronen te ontdekken en om aanbevelingen te doen voor het verminderen van de impact op de natuur.

 

Daarnaast wordt er jaarlijks een vindkans en predatiekansproef uitgevoerd. “Hierbij worden opzettelijk dode vogels neergelegd en gemarkeerd. Vervolgens voeren de onderzoekers hun gebruikelijke ronde uit om te zien hoeveel van deze vogels ze vinden. Op basis van die berekening kunnen we weten hoeveel slachtoffers we in een jaar waarschijnlijk gemist hebben en hoeveel er door predatie zijn verdwenen,” legt Christiaan uit.

 

Conclusie onderzoek aanvaringsslachtoffers

Het monitoren van windmolenparken op de impact op vogels en vleermuizen is cruciaal. Het onderzoek heeft tot doel om tot mitigerende maatregelen te komen. Voorbeelden van maatregelen (die eerder al genomen zijn met dit soort data) zijn het stilleggen van windmolens tijdens vogeltrekperiodes of het kleuren van één van de wieken om de zichtbaarheid te vergroten. Daarnaast zijn er ook projecten waarbij geluiden en lichtsignalen gebruikt worden, om de dieren ’s nachts weg te houden van de molens.